Nadat een patiënte van mij zichzelf de stempel ADHD gaf, dacht ik weer na over mijzelf.
Ik heb mezelf ook een stempel gegeven: ik ben een boomdenker.
Het gaat zo; ik heb een gedachte, daaruit vloeit de volgende gedachte. Maar er is nog een andere gedachte die ook voortvloeit uit de eerste gedachte, het is dus een soort twee-sporen-beleid. Uit die twee gedachten, komen ook weer ieder minimaal twee gedachtes. Zo gaat het maar door en door. Tot er uiteindelijk een soort boom in mijn hoofd ontstaat met allemaal gedachten. Uiteindelijk zijn het allemaal detailgedachten, die voortkomen uit een hoofdlijn.
Soms mis ik de hoofdlijn, omdat ik meer bezig ben met de detailgedachte. Zo kan iemand iets zeggen over training na een covid19 besmetting, mijn gedachten gaan naar de nieuwe richtlijn over fysiotherapie bij covid19. Daarin wordt gesproken over pacing; het doseren van inspanning. Ik vraag me dan af of pacing ook een soort training is. Ik spreek mijn gedachten hardop uit tijdens mijn opleiding, de docent reageert hierop dat dit geen trainingsprincipe is. In mijn hoofd klim ik weer steeds verder omhoog in de boom met als vraag of pacing wel of niet een type training inhoud. Mijn gedachten gaan volautomatisch naar mijn patienten, mijn werk, wat ik voor training ik aanbied en of welk deel hiervan pacing is of niet. Ik moet mezelf weer uit de boom halen en weer mijn volle aandacht vestigen op de les op mijn opleiding die nog bezig is.
Herkenbaar? Dat is soms meer in je gedachten verzonken bent dan dat je oplet op wat er om je heen gebeurt?
Een echte tip heb ik niet, want ik zit zelf nog regelmatig hoog in de boom in mijn gedachten. Wat voor mij werkt, komt vanuit de sensorische prikkelverwerking. Het boek; Leven met sensaties van Winnie Dunn; dat vind ik dan ook een aanrader.
Ik kan mezelf goed afleiden met muziek; door bijvoorbeeld mee te zingen kan ik niet tegelijk van alles bedenken.
Ook werkt het voor mij om hoofdlijnen op te schrijven en hier regelmatig naar terug te kijken. Hierdoor wordt ik steeds weer herinnert aan de hoofdzaken en kan ik zien als ik me bezig houdt met nutteloze details.
Ook helpt het voor mij om mezelf een rondje gedachten te gunnen. Gewoon elke gedachte een keer door mijn hoofd te laten gaan, de boom in zijn volledige glorie te zien en alle blaadjes en takjes te bekijken. Daarna kan ik weer vanaf een afstandje naar de boom kijken in zijn geheel. Deze boom maakt dat ik bij complexe ziektebeelden alle facetten kan meenemen, dat ik veel patiënten kan helpen omdat ik veel kan overzien en ik kan vaak oplossingen bedenken waar anderen niet aan denken.
Fijn of niet, de boom blijft in mijn hoofd aanwezig; ik kan maar beter helemaal naar boven klimmen en vanaf daar genieten van het mooie uitzicht.